Dit document geeft een overzicht van de vragen die het vaakst worden gesteld met betrekking tot het beheer van het water, zowel afvalwater als regenwater.
Een waterlek? Insijpeling? Een probleem met het distributienet?
Een rivier treedt buiten haar oevers?
Meld nu een incident!
- Vraag 1: Ben ik verplicht om mij aan te sluiten op de riolering?
- Vraag 2: Wat zijn de modaliteiten en technische voorwaarden voor een aansluiting?
- Vraag 3: Wat moet ik doen indien ik beschik over een eigen zuiveringssysteem?
- Vraag 4: Mag ik een eigen zuiveringsysteem installeren en mij niet aansluiten op de riolering?
- Vraag 5: Hoe moet ik mijn aanvraag motiveren voor het behoud of de installatie van een eigen zuiveringssysteem?
- Vraag 6: Wat moet ik doen met mijn oude bezinkput?
- Vraag 7: Zijn er premies voor het goede beheer van regenwater?
- Vraag 8: Wat is de «belasting op de eerste rioolaansluiting»?
- Vraag 9: Hoe wordt het bedrag van deze belasting bepaald?
- Vraag 10: Wie moet deze «belasting op de eerste rioolaansluiting» betalen?
- Vraag 11: Hoe verloopt de inning van de «belasting op de eerste rioolaansluiting»?
- Vraag 12: Kan ik het bedrag van de belasting op de eerste rioolaansluiting in verschillende keren betalen?
- Vraag 13: Hoe kan ik een bezwaarschrift indienen met betrekking tot de «belasting op de eerste rioolaansluiting»?
- Vraag 14: Wat zijn documenten met bindende waarde?
Vraag 1: Ben ik verplicht om mij aan te sluiten op de riolering?
- Ja, elke eigenaar van een gebouw is verplicht om zijn huishoudelijk afvalwater aan te sluiten op de openbare riolering, wanneer de openbare ruimte daarover beschikt. Elke aansluiting op de riolering moet gepaard gaan met een voorafgaande toelating van de beheerder van het rioolnet Vivaqua. Elke particuliere installatie voor de zuivering van huishoudelijk afvalwater wordt buiten dienst gesteld (losgekoppeld en verwijderd) van zodra het gebouw wordt aangesloten op de openbare riolering en zonder dat dit zorgt voor hinder. In bepaalde gevallen is een afwijking mogelijk, zie de vragen hieronder:
- Mag ik een eigen zuiveringssysteem installeren en mij niet aansluiten op de riolering? Hoe moet ik mijn aanvraag motiveren voor het behoud of de installatie van een eigen zuiveringssysteem?
Vraag 2: Wat zijn de modaliteiten en technische voorwaarden voor een aansluiting?
- De particuliere aansluiting op het openbaar domein wordt gerealiseerd door de beheerder van het rioolnet, ten laste van de eigenaar van het gebouw. De facturering voor de particuliere aansluiting aan de eigenaar wordt rechtstreeks geregeld door de intercommunale of gaat via de Gemeente (via een aanslagbiljet). In dit geval is het de Gemeente die zich daarmee bezighoudt.
- De eigenaar van de gebouwen dient zijn huishoudelijk afvalwater naar het verbindingspunt met de aansluiting die is voorzien op het openbaar domein te brengen Hiertoe kan hij de werken uitvoeren met zijn eigen middelen, of deze laten uitvoeren door de aannemer.
- De aansluiting op de riolering moet uitgevoerd worden overeenkomstig de normen die de beheerder van het rioolnet oplegt.
- Elke aanvraag van een aansluiting moet worden gericht aan Vivaqua:
- lusambo@vivaqua.be
- of 02/334.37.76.
Vraag 3: Wat moet ik doen indien ik beschik over een eigen zuiveringssysteem?
- Elke eigenaar van een gebouw dat beschikt over een individueel zuiveringssysteem voordat een openbare riolering in dienst wordt gesteld, kan dit behouden middels het officieel akkoord van het college van burgemeester en het naleven van de volgende voorwaarden:
- in voorkomend geval houder zijn van een milieuvergunning klasse 2 die betrekking heeft op de exploitatie van een micro-zuiveringsstation en van een stedenbouwkundige vergunning in het geval van een waterbekkensysteem met een oppervlakte van meer dan 20 m². voldoen aan de kwaliteitsnormen voor het geloosde water in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dit jaarlijks aantonen door een monsterneming en een kwalitatieve analyse van het na de behandeling geloosde water, uitgevoerd door een erkend laboratorium; het jaarlijks onderhoud van het individueel zuiveringssysteem kunnen aantonen (onderhoud, ledigen, ...) door de laatste factuur te tonen aan de bevoegde gemeentediensten; de zuiveringseenheid mag ten hoogste 10 jaar voor de indienststelling van de openbare riolering in dienst gesteld zijn; het water mag niet geloosd worden op een wijze die hinder veroorzaakt; er moet een inspectieput toegankelijk zijn voor de afvoer.
- geloosd in het blauw netwerk of in een gescheiden netwerk voor regenwater. In dat geval moeten de normen voor het lozen van oppervlaktewater nageleefd worden en moet een toelating gevraagd worden bij de beheerder en bij de bevoegde gemeentediensten. Dit water mag geen enkele stof bevatten die de volksgezondheid, de flora of de fauna rechtstreeks of onrechtstreeks kan schaden of die kan leiden tot de eutrofiëring van het ontvangende water; geïnfiltreerd in de bodem van het perceel waarop het gebouw zich bevindt d.m.v. een infiltratiesysteem (drainagegoten, geulen, zinkput in laatste instantie, ...). In dat geval is het afgevoerde water onderworpen aan de wetgeving op milieuvergunningen en moet er bijzondere aandacht gaan naar de beperkingen voor de infiltratie waar de aanvrager voor kan komen te staan, bijvoorbeeld:
- de bezettingsdichtheid van het terrein, de topografie van de site, e mogelijkheden voor de plaatsing van afvoeren, de plaatsinname van de ondergrond, de doordringbaarheid van de bodem, de hoogte van de watervoerende laag, de vervuiling van de bodem, de nabijheid van een wingebied van drinkwater, de nabijheid van een natuurgebied.
Vraag 4: Mag ik een eigen zuiveringsysteem installeren en mij niet aansluiten op de riolering?
Naargelang de bijzonderheid van de plaats en naargelang van het geval, kan het College van Burgemeester en Schepenen instemmen met de installatie van een individueel of collectief zuiveringssysteem voor verscheidene aanpalende gebouwen als een aansluiting technisch onmogelijk is, als de aansluiting buitenissig duur zou zijn, als er geen riolering is in de straat of als de afstand tussen het gebouw en de riolering te groot is. Een eerste analyse van het na behandeling geloosde water moet door een erkend laboratorium worden uitgevoerd zes maanden na de indienststelling van het zuiveringssysteem.
Vraag 5: Hoe moet ik mijn aanvraag motiveren voor het behoud of de installatie van een eigen zuiveringssysteem?
De aanvraag voor behoud of installatie van een individueel zuiveringssysteem moet gemotiveerd zijn op het vlak van de bijzondere voorwaarden waaraan moet worden voldaan. De aanvrager moet uitleg geven over de afvoerkeuze en de keuze van effluenten, naast een inplantingsplan met vermelding van de inspectieput, een technische fiche van het zuiveringssysteem met zuiveringsrendement en de mogelijk vereiste vergunningen of toelatingen.
Een aanvraag in die zin kan worden gericht aan het College. Deze aanvraag zal dan worden onderzocht door de Milieudienst van de Gemeente, waarmee de aanvrager steeds contact kan opnemen voor alle bijkomende inlichtingen op het volgende adres:
Vraag 6: Wat moet ik doen met mijn oude bezinkput?
Bewoners van de gemeente Ukkel die beschikken over een septische put en bezinkput of over drainagegoten voor hun afvalwater kunnen gebruik maken van de werken om deze te hergebruiken voor de insijpeling van hun regenwater dat wordt verzameld via de ondoorlatende oppervlakken van hun perceel. Een bezinkput moet eerst worden leeggemaakt en gereinigd alvorens die gebruikt kan worden als infiltratieput. Het verdient aanbeveling om alle noodzakelijke maatregelen te treffen om elk risico op verkeerde aansluitingen in de toekomst en op vervuiling (al dan niet accidenteel) van de grondwaterlaag te vermijden wanneer u afvalwater naar de put afvoert.
Vraag 7: Zijn er premies voor het goede beheer van regenwater?
Er is een premie voor de infiltratie van regenwater in de bodem. Het bedrag van de premie voor infiltratiesystemen is vastgelegd op € 200 voor 25 m² ondoorlatend oppervlak aangesloten op het infiltratiesysteem, vervolgens op € 4 per bijkomende vierkante meter ondoorlatend oppervlak dat is aangesloten op het infiltratiesysteem met een maximum van € 500 voor de totale premie. Het bedrag van de premie wordt door twee gedeeld in de veronderstelling dat de aanvrager zelf de werkzaamheden uitvoert.
Voor meer info: . surf naar onze webpagina over de gemeentepremies
Vraag 8: Wat is de «belasting op de eerste rioolaansluiting»?
Dit is een eenmalige forfaitaire belasting voor de eerste aansluiting van elk gebouw op de openbare riolering zodra die in gebruik wordt genomen.
We verstaan onder:
- aansluiting op de openbare riolering , het plaatsen van een leiding die vertrekt aan de centrale riool tot aan de rooilijn zodat een omwonende zich aan de openbare riolering kan aansluiten.
- ingebruikname van de openbare riolering, het feit dat elk gebouw zijn huishoudelijk afvalwater kan lozen in de openbare riool.
- gebouw, elk bouwwerk of elke installatie die huishoudelijk afvalwater voortbrengt.
Vraag 9: Hoe wordt het bedrag van deze belasting bepaald?
Het bedrag van de belasting voor het jaar 2019 bedraagt € 3.283. Het bedrag van de belasting komt overeen met het door Vivaqua vastgestelde forfaitaire bedrag voor het uitvoeren van de werkzaamheden, alsook met de beheerskosten die eigen zijn aan de belasting.
Vraag 10: Wie moet deze «belasting op de eerste rioolaansluiting» betalen?
De belasting is verschuldigd door de titularis van een werkelijk recht op het gebouw dat het voorwerp uitmaakt van een eerste aansluiting op de openbare riolering. Indien verscheidene personen titularis zijn van een werkelijk recht op het geheel of een deel van het gebouw, zijn zij hoofdelijk en ondeelbaar gehouden de belasting te betalen.
Vraag 11: Hoe verloopt de inning van de «belasting op de eerste rioolaansluiting»?
De belasting wordt geïnd per belastingkohier en is te betalen binnen de twee maanden na het versturen van het aanslagbiljet.
Vraag 12: Kan ik het bedrag van de belasting op de eerste rioolaansluiting in verschillende keren betalen?
Wanneer een belastingplichtige financiële moeilijkheden ondervindt om de verschuldigde belasting in één keer te betalen, kan de Gemeenteontvanger hem of haar betalingsfaciliteiten toestaan. De aanvrager moet met redenen omkleden waarom hij de spreiding van de betaling van de belasting aanvraagt en bij zijn briefwisseling de nodige bewijsstukken voegen (bijvoorbeeld het laatste aanslagbiljet van de personenbelasting of de boekhoudkundige balans voor een zelfstandige/bedrijf).
Voor meer informatie kunt u steeds terecht bij:
Vraag 13: Hoe kan ik een bezwaarschrift indienen met betrekking tot de «belasting op de eerste rioolaansluiting»?
De belastingplichtige die meent onterecht belast te zijn, kan een bezwaarschrift indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen van Ukkel. Zoals werd vermeld in het aanslagbiljet, dient het bezwaarschrift schriftelijk te worden ingediend, met redenen te worden omkleed en te worden overhandigd of verzonden per post binnen een termijn van drie maanden * te rekenen van de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.
Het indienen van het bezwaarschrift schort de invorderbaarheid van de belasting niet op en ontheft de belastingplichtige niet van de verplichting deze binnen de voorziene termijn te betalen.
* «Wat betreft de bezwaartermijn die verschillend is in het reglement en het aanslagbiljet:
De Ordonnantie van 3 april 2014 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake gemeentebelastingen bepaalt in zijn artikel 9§1: «Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en met redenen omkleed zijn en, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden, te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning». Omdat het hier gaat om een termijn van openbare orde, dient het College van Burgemeester en Schepenen deze termijn te respecteren en heeft het College hier geen beoordelingsmarge.
Wat dit betreft, heeft het feit dat het belastingsreglement op de eerste rioolaansluiting, dat werd goedgekeurd op 29 november 2012, nog steeds de oude termijn van 6 maanden vermeldt, geen enkele invloed wat betreft de verplichting om de termijn van 3 maanden te respecteren. Het principe van de hiërarchie van de normen vereist naleving van de hogere norm (de bovengenoemde ordonnantie) in de hypothese dat deze strijdig is met een lagere norm.»